De vrijheid van meningsuiting beperkt zich niet alleen tot de individuele personen, maar is ook van toepassing op vele gebieden in de samenleving, zoals de pers, die in veel landen van de wereld wordt gecontroleerd en / of gecensureerd door gevestigde machten als een manier om de publieke opinie te beheersen. De laatste tijd wordt de strijd tegen haatdragende taal of nepnieuws aangevoerd als argument om deze beperking of censuur te vergroten, met name in de sociale media.
Nauw verwant met de vrijheid van meningsuiting is het recht op privacy voor het individu, enerzijds, en, anderzijds, de nodige transparantie van overheden, bedrijven en andere instellingen in het publieke domein. Het schijnbare conflict tussen deze twee wordt vaak gebruikt, vooral door de machtigen, om het recht op privacy claimen om zaken te verbergen die eigenlijk illegaal of zelfs crimineel zijn, zoals meestal het geval is met het bankgeheim.